AI in de GGZ: samenwerken met slimme technologie

Interview met Birgit Booij

30 juni 2025

Birgit Booij

Als Birgit Booij niet voor psychologie had gekozen, was het de ICT geworden. Nu combineert ze beide werelden. Als psycholoog onderzoekt ze hoe Artificial Intelligence (AI) de geestelijke gezondheidszorg kan versterken. In dit interview vertelt ze hoe ze AI inzet in haar praktijk en welke kansen en risico’s ze ziet.

Als Birgit Booij niet voor psychologie had gekozen, was het de ICT geworden. Nu combineert ze beide werelden. Als psycholoog onderzoekt ze hoe Artificial Intelligence (AI) de geestelijke gezondheidszorg kan versterken. In dit interview vertelt ze hoe ze AI inzet in haar praktijk en welke kansen en risico’s ze ziet.

Vervanging of aanvulling?
Voor Birgit is AI vooral een aanvulling op haar werk. “Het is geen vervanging, maar een ondersteuning. Zonder mijn expertise krijg je een algemeen antwoord; met mijn expertsie stuur ik de output en zorg ik dat die veilig en passend is voor de cliënt."

In sommige gevallen kan AI wel (tijdelijk) vervangen. Birgit verwijst naar een Amerikaans onderzoek waarbij een chatbot werd ingezet tijdens wachttijden. “Alleen al door dat contact knapten mensen op. Niet volledig, maar wel met flinke klachtenreductie. En dat was met een chatbot van nu, laat staan wat de mogelijkheden zijn over vijf jaar.”

AI in de behandelkamer
In haar praktijk gebruikt Birgit AI op uiteenlopende manieren. Zo geeft ze cliënten gepersonaliseerde prompts mee als huiswerk. “Bij cognitieve gedragstherapie laat ik een chatbot vragen stellen om gedachtenschema’s uit te werken. Ik pas de prompts helemaal aan op de methode. Een simpele prompt zoals ‘jij bent therapeut, help mij een schema maken’ levert een algemeen antwoord op. Maar ik schrijf meestal twintig zinnen, waarin ik precies aangeef welke vragen gesteld moeten worden zodat het echt aansluit bij de cliënt. Op die manier lijkt het op de formulieren die ik vroeger op papier gaf, maar dan digitaal en persoonlijker.”

Ze controleert altijd de output samen met de cliënt, net zoals bij elk ander huiswerk: “Ik wil precies zien wat eruit komt, zodat ik kan bijsturen waar nodig.” Tot nu toe ging dat vooral om inhoud: “Dan denk ik bijvoorbeeld: de kennis van deze AI tool over schematherapie is niet zo goed als die van mij, dus ik wil het anders verwoord hebben.”

Ook in de behandelkamer zet ze AI in, bijvoorbeeld voor het maken van infographics of gepersonaliseerde psycho-educatie. “Uitleg over paniekstoornissen pas ik aan op iemands niveau. Voor iemand met een verstandelijke beperking is dat iets heel anders dan voor iemand met een IQ van 120. En je kunt zelfs voorbeelden maken aan de hand van iemands interesses, zoals voetbal.”

Daarnaast gebruikt ze AI bij traumabehandeling. “Soms zijn er geen foto’s van triggers van een trauma, zoals de dader of omstandigheden, maar kun je via AI toch een beeld creëren voor exposure. Op Google zoeken geeft niet altijd een passend resultaat.”

 

Zonder mijn expertise krijg je een algemeen antwoord; met mijn expertise stuur ik de output en zorg ik dat die veilig en passend is voor de cliënt.

Birgit Booij

De toekomst van AI in de GGZ
Birgit ziet veelbelovende ontwikkelingen. “Ik was laatst bij een bijeenkomst over deepfake-therapie, waar wordt onderzocht of je met een avatar van bijvoorbeeld een dader of overleden persoon in gesprek kunt gaan. Klinkt misschien freaky, maar bij trauma en rouw is dat echt in ontwikkeling. En binnenkort kan er gekozen worden voor een mannelijke of vrouwelijke stem, wat het nog realistischer maakt.”

Daarnaast ziet ze ook mogelijkheden voor de toekomst op het gebied van taal: “Binnenkort hebben we AI die realtime vertaalt, bijvoorbeeld van het Bosnisch naar het Nederlands. Dat is enorm waardevol voor vluchtelingen of mensen die geen Nederlands spreken.”

Risico’s
Toch is Birgit zich bewust van de risico’s. “Een grote valkuil is dat mensen AI-output klakkeloos overnemen. Als je vijf keer een goed antwoord krijgt, denk je dat het de zesde keer ook klopt. Maar AI voorspelt alleen woorden, het is geen waarheid.” Ze checkt daarom altijd de bronnen van de informatie die AI haar geeft.
Ook maakt ze per cliënt een inschatting of het gebruik van AI veilig is. “Ik zet AI niet in bij mensen met psychosegevoeligheid of complexe PTSS.”

Als cliënten uit zichzelf al AI gebruiken om aan hun klachten te werken, wil Birgit daar altijd zicht op houden. Zeker bij kwetsbare doelgroepen is dat belangrijk, omdat AI soms ook risicovolle informatie kan geven. “Vraag je hoe je zelfmoord kunt plegen, dan krijg je meestal een waarschuwing en een verwijzing naar hulpinstanties. Maar als je de vraag nét anders opnieuw stelt, krijg je soms alsnog schokkende antwoorden. Dat heb ik zelf uitgeprobeerd.”

Daarnaast is er de ethische en juridische kant. “Ook al maak je iets anoniem, als je context meegeeft, kan het alsnog herleidbaar zijn.” De Europese wetgeving geeft richting in het veilig en juist inzetten van AI, maar de interpretatie ervan verschilt nog per organisatie. “Sommige instellingen zeggen: als je maar geen namen noemt, is het prima. Anderen verbieden het gebruik van open AI-tools volledig.” Zelf kiest Birgit voor platforms als Medendo, Verticai en Psychologen.ai , die binnen Europese wetgeving vallen en op Europese servers draaien.

Tips voor collega’s
Voor collega’s die met AI willen werken, geeft ze de tip om vooral te gaan experimenteren. “Werken met AI is voor een groot deel klungelen. Maar probeer het. Ontdek vooral wat bij jou en je cliënten past. Veel mensen denken alleen aan verslaglegging, terwijl er zóveel meer kan. Rollenspellen, intervisie, uitleg in jip-en-janneke-taal, oefenen met socratische vragen. Je kunt er als therapeut zélf ook veel van leren.

In de e-learnings Het gebruik van AI en ChatGPT in cognitieve gedragstherapie en Het gebruik van AI en ChatGPT in de schematherapie deelt Birgit haar kennis op een praktijkgerichte wijze. 

Wil jij je ontwikkelen tot POH-GGZ?