'De cliënt centraal begint bij een goede casusconceptualisatie'

Interview met prof. dr. Greet Vanaerschot

9 juni 2022
 

prof. dr. Greet Vanaerschot

’Als hulpverlener moet je mensen ontregelen, anders veranderen ze niet’, zegt prof. dr. Greet Vanaerschot. In 2021 won Vanaerschot de Wim Trijsburgprijs voor psychotherapie. Volgens het commentaar van de jury, omdat ze verbinding maakt tussen mensen, theorie, praktijk en wetenschap. Ze stelt steeds de belangrijkste persoon in het therapieproces, de cliënt, centraal en is daarmee een inspirator voor psychotherapeuten. In dit interview vertelt Vanaerschot over het belang van de therapeutische relatie en empathie in de behandelkamer.

Prof. dr. Greet Vanaerschot is psycholoog, cliëntgericht-experiëntieel psychotherapeut, professor in de psychotherapie en verantwoordelijk voor de postgraduaatopleidingen in de psychotherapie en de opleiding voor supervisoren aan de Universiteit Antwerpen. Ook is ze hoofddocent PT V&O bij de RINO Groep.
 
Ze staat bekend als een warme supervisor en therapeut. Zelf zegt ze daarover: 'Ik ben een teamplayer. Samen met anderen geeft zo veel meer, het werkt bevruchtend. Ik lees veel en spar daar graag over met collega’s. Sterker nog: mijn denken is sterk ontwikkeld vanuit vakgenoten. Ook boeken schrijf ik graag samen met andere auteurs. Ik ben erg gericht op het verbinden vanuit de verschillen - dan krijg je echt meerwaarde. Dat werkt met cliënten net zo.'

'In de eerste plaats moet je als therapeut het contact bevorderen en veiligheid creëren'

Greet Vanaerschot

De therapeutische relatie

De cliënt centraal stellen betekent in de praktijk: werken aan de therapeutische relatie. De therapeutische relatie bestaat uit twee verschillende relatiewijzen. Vanaerschot: 'In de eerste plaats moet je als therapeut het contact bevorderen en veiligheid creëren. Je cliënt laten voelen dat hij/zij bestaansrecht heeft en dat de gevoelens die er zijn oké zijn. We valideren vaak nog te weinig. Bij sommige mensen is het vooral deze eerste relatiewijze die helend werkt.’

‘Veel mensen hebben daarnaast ook uitdagingen nodig om te veranderen. Uitdagend-dialogerend is de tweede relatiewijze. Mensen uit hun rigiditeit trekken en exploratie bevorderen. Vanuit je eigen echtheid cliënten uit hun comfortzone halen. Je moet mensen ontregelen, anders veranderen ze niet.' 

Het belang van goede casusconceptualisatie

Als therapeut is het belangrijk dat je onder de diagnoses leert kijken, vindt Vanaerschot. Zo geeft ze aan dat je bij een depressie bijvoorbeeld nog niet weet wat voor soort depressie het is. ‘Een depressie vanuit perfectionisme ontstaat vanuit een andere dynamiek dan een depressie vanuit verlies. De klachten hoeven daarom niet zo verschillend te zijn maar er hoort wel een andere aanpak bij.’

Volgens Vanaerschot is casusconceptualisatie dé manier om het opstellen van het behandelplan een stuk eenvoudiger te maken. Daarnaast geeft het waardevolle aanwijzingen voor het hanteren van de therapeutische relatie. ‘Bij casusconceptualisatie is het doel niet alleen de problematiek zo volledig mogelijk in kaart brengen, maar ook de problemen van de cliënt zo goed mogelijk begrijpen. Op zo’n manier dat de cliënt en de therapeut een gezamenlijke verklaring en behandelplan voor de problematiek kunnen formuleren in de woorden van de cliënt.’   

Je eigen kwetsbaarheid als therapeut aanwenden

Vanaerschot benadrukt dat ze er voorstander van is om als therapeut je eigen kwetsbaarheid, in positieve zin, aan te wenden. ‘Leer zien waar je kwetsbaar voor bent. Gebruik je eigen sterke punten en kwetsbaarheden om beter te begrijpen wat er met de ander aan de hand is.’ Het kan ook betekenen dat je ervoor moet kiezen om een bepaalde cliënt niet in behandeling te nemen, vervolgt ze. ‘Simpelweg omdat het te dicht bij jezelf komt, bij iets wat je zelf nog niet verwerkt hebt. Het is goed om je eigen beperkingen te kennen. Die overigens in de loop van de jaren kunnen veranderen.’ 

'Daarbij moet je altijd blijven denken: wat hoort er bij de cliënt en wat hoort er bij mij?'

Greet Vanaerschot

Goede casusconceptualisatie kan ook helpen om niet ingezogen te raken in de cliënt en jezelf als therapeut te verliezen. Vanaerschot is al lange tijd supervisor en ziet dat studenten verder in de opleiding geregeld vastlopen op eigen persoonlijke gevoeligheden, vaker dan op een tekort aan vaardigheden. ‘Daarbij moet je altijd blijven denken: wat hoort er bij de cliënt en wat hoort er bij mij? Zonder goede casusconceptualisatie verlies je dit.’

In haar rol als supervisor begeleidt Vanaerschot haar supervisanten in dit soort vraagstukken en persoonlijke uitdagingen: ‘Supervisie is een combinatie van het bevorderen van de professionaliteit als therapeut – kennis en vaardigheden – en de persoonlijke groei van de supervisant. Het moet geen psychotherapie worden, maar ook bij supervisie bekijk je waar je op vastloopt. Het is belangrijk dat je dit leert deblokkeren, zodat je uiteindelijk een betere therapeut kunt worden.’

Toekomstplannen

Ondanks de indrukwekkende staat van dienst zijn de ambities van Vanaerschot er niet minder op geworden. Ze wil onder andere nog onderzoek doen naar hoe depressie nog beter te behandelen is. ‘Bij alle evidence-based depressiebehandelingen komen we nu ongeveer uit op een maximale verbetering van 62%. De meeste therapieën zijn werkzaam. Ook nieuwe therapieën werken, alleen niet beter’, zegt ze.
 
‘Gemiddeld genomen hebben verschillende behandelingen vergelijkbare resultaten, maar individuele patiënten reageren vaak verschillend op deze therapieën. Om de behandelresultaten te verbeteren, is onderzoek naar voorspellers van de respons op verschillende behandelingen vereist. Een moderator is een patiëntvariabele die de richting of sterkte van een relatie tussen behandeling en uitkomst beïnvloedt. Het identificeren van moderatoren kan ons informeren welke groepen het meest en het minst baat hebben bij verschillende behandelingen en kan zo de effecten van psychotherapie optimaliseren.’

Vanaerschot wil hier graag een tool voor ontwikkelen om op basis van patiëntkenmerken te kunnen voorspellen bij welke behandeling deze concrete patiënt het meest baat zou kunnen hebben. Maar, zoals ze zelf zegt: ‘Ik moet hier nog even een potje geld voor vinden.’