Dezelfde opleiding, andere casuïstiek en verdieping: waarom de Post-hbo opleiding GGZ-agoog nu ook een forensische variant heeft

Interview met Gerard Lohuis

21 november 2025
 

Gerard Lohuis

RINO Groep introduceerde onlangs naast de reguliere GGZ-agoog opleiding een forensische variant. In dit interview legt Gerard Lohuis uit waarom professionals uit TBS-klinieken, verslavingszorg, reclassering en forensische psychiatrie behoefte hebben aan herkenbare casuïstiek, specifieke verdieping en docenten uit hun eigen veld. Het resultaat: één opleiding met dezelfde kwaliteit en eindtermen, maar met een accent dat naadloos aansluit bij het forensische veld. 
 


 


RINO Groep biedt nu twee varianten van de GGZ-agoog opleiding aan. Waarom die keuze?
"We merkten dat professionals uit het forensische veld, denk aan TBS-klinieken, verslavingszorg, reclassering, dezelfde herstelgerichte competenties nodig hebben als collega's in de reguliere GGZ, maar ze werken in een heel andere context. Ze vroegen om voorbeelden en casussen die aansluiten bij hun dagelijkse praktijk, waar je herstel combineert met veiligheid, risicomanagement en juridische kaders. Daarom hebben we een forensische variant ontwikkeld. We hebben deze variant inmiddels al twee keer uitgevoerd binnen de forensische zorgspecialisten, met heel veel mooie resultaten."

Is de forensische variant dan een andere opleiding?
"Nee, absoluut niet. Het is dezelfde opleiding. Je leert dezelfde competenties, je doet dezelfde toetsen, je maakt dezelfde eindopdracht. Na afloop registreer je je gewoon als GGZ-agoog in het beroepsregister. Het verschil zit puur in het accent: de voorbeelden, de casussen en de extra verdieping zijn toegespitst op de forensische praktijk."

Wat bedoel je precies met 'accent'?
"In de forensische variant werken we met casuïstiek uit de forensische wereld: cliënten met verslaving en delictgeschiedenis, mensen in TBS of FPK, justitiabelen in de reclassering. De hersteldocenten komen uit dat veld en de ervaringsdeskundigen hebben zelf die achtergrond. Dat maakt het heel herkenbaar. Daarnaast krijg je extra verdieping via e-learning over forensische psychiatrie en een aanvullend blok over wet- en regelgeving zoals de Wfz, TBS en PIJ."

Welke visie zit er achter deze opleiding?
"De theorie over wat werkt, verbinden met de praktijk van de professionals, dat is in de kern waar het in deze opleiding om gaat. We bieden belangrijke basistheorieën en -modellen, zoals het RNR-model (Risks-Needs-Responsivity) en hersteltheorieën, die we daarna op meerdere manieren uitwerken. Omdat we theorie, praktijk en vaardigheden als gesprekstechnieken met elkaar hebben verweven, zijn deelnemers het hele jaar met de stof bezig.

De wetenschappelijke onderlegger is heel belangrijk. In de forensische zorg hebben we de opdracht om bij te dragen aan vermindering van de recidive. We weten uit onderzoeken dat een aantal dingen daar echt aan bijdragen, zoals werken met de principes van RNR en herstelgericht werken. Diverse onderzoeken tonen aan dat dit werkt, dat cliënten zich beter gaan voelen. Daarom is het belangrijk dat we dit als professionals toepassen. Natuurlijk is het competentieprofiel van de GGZ-agoog de leidraad, maar deze geeft bijzonder veel handvatten wat betreft juridische kaders, maar ook dwangreductie, systemisch werken en meer. Deze wetenschappelijke basis geeft richting aan hoe we die competenties binnen de forensische context vorm geven."

Zijn de toetsen dan ook anders?
"Nee, dat is belangrijk: de toetsen zijn identiek. Of je nu de reguliere of de forensische variant volgt, je wordt op dezelfde manier getoetst. Je doet kennis- en vaardigheidstoetsen, een portfolio groepsgesprek en een eindopdracht met reflectieverslag. Het niveau en de eisen zijn precies gelijk. Dat garandeert dat alle afgestudeerde GGZ-agogen dezelfde kwaliteit hebben."

Voor wie is de forensische variant bedoeld?
"Specifiek voor professionals die werken in uitdagende settings: verslavingszorg, forensische psychiatrie, TBS, FPK, reclassering, of VG-zorg met forensische problematiek zoals Borg-instellingen. Als jij dagelijks werkt met justitiabelen, met mensen die zowel herstel als toezicht nodig hebben, dan sluit deze variant veel beter aan bij jouw werkelijkheid."

Als jij dagelijks werkt met justitiabelen, met mensen die zowel herstel als toezicht nodig hebben, dan sluit deze variant veel beter aan bij jouw werkelijkheid

Gerard Lohuis

Zijn verpleegkundigen ook welkom in deze opleiding?
"Ja, absoluut! Verpleegkundigen zijn een heel waardevolle toevoeging. Onze docenten komen uit verschillende disciplines; GGZ-agogen, psychologen, psychiaters, verslavingsartsen, sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen en dat maakt de opleiding juist zo rijk. We vragen wel dat je vanuit een verpleegkundig perspectief naar de opdrachten kijkt, dus dat je de competenties vertaalt naar jouw eigen rol.
 

Als verpleegkundige ontwikkel je vaardigheden die direct aansluiten bij jouw dagelijkse zorgverlening: denk aan observatie en diagnostiek vanuit het herstelkader, risicosignalering in de directe zorg, herstelondersteunende interventies, gespreksvoering en de-escalatie bij forensische patiënten, en samenwerken in multidisciplinaire teams. Ook de juridische aspecten - dwang, drang, rechtenposities - zijn heel relevant voor de verpleegkundige praktijk.

Je maakt dezelfde toetsen als alle andere deelnemers, maar je past de leerstof toe vanuit jouw verpleegkundige rol. Dat verrijkt niet alleen jouw eigen ontwikkeling, maar ook de groep. Verpleegkundigen brengen een eigen expertise en perspectief mee, en daar profiteren we allemaal van."

En als ik in de reguliere GGZ werk, maar forensische casuïstiek interessant vind?
"Dan kun je ook prima de forensische variant kiezen. De competenties die je leert zijn breed toepasbaar. Sterker nog, veel GGZ-instellingen krijgen ook te maken met cliënten met justitiële achtergrond of problematisch gedrag. De kennis over risicotaxatie, juridische kaders en werken binnen gedwongen kaders is ook daar waardevol."

Wat als ik twijfel tussen beide varianten?
"Stel jezelf de vraag: welke voorbeelden en casussen helpen mij het meest in mijn dagelijkse werk? Als je vooral werkt met reguliere GGZ-cliënten, kies dan de reguliere variant. Werk je binnen forensische settings of met complexe doelgroepen waar veiligheid en juridische kaders een grote rol spelen? Dan is de forensische variant de logische keuze. Maar nogmaals: je wordt hetzelfde opgeleid, dus qua eindniveau maakt het geen verschil."

Beide opleidingen leiden op tot GGZ-agoog?
"Ja, absoluut. Beide varianten vallen onder dezelfde COOAB 2.0 erkenning. Na afloop kun je je registreren in het beroepsregister GGZ-agoog. Je bent daarna volwaardig GGZ-agoog, of je nu de reguliere of forensische variant hebt gevolgd."

Wat vind je zelf het belangrijkste verschil?
"Dat de forensische variant écht aansluit bij de praktijk van mensen die werken binnen gedwongen kaders. Herstel binnen TBS of reclassering vraagt om een specifieke blik: hoe combineer je autonomie met toezicht? Hoe empower je iemand binnen juridische grenzen? Door te werken met docenten en ervaringsdeskundigen uit dat veld, en casussen die herkenbaar zijn, maak je die vertaalslag veel makkelijker. Maar de basis, herstelgericht en relatiegerichte hulpverlening, blijft hetzelfde."