‘Het is vreemd dat neuropsychologisch onderzoek niet standaard aangeboden wordt aan mensen met niet-aangeboren hersenletsel’

Interview met Anne Buunk

30 mei 2022
 

Anne Buunk

Niet-aangeboren hersenletsel heeft een enorme impact op het dagelijks leven van patiënten. Niet alleen kunnen ze vermoeidheid ervaren of vergeetachtig worden, maar ook moeite krijgen met het inschatten van sociale signalen. Hierdoor kunnen zij niet meer adequaat reageren, ook niet naar hun geliefden. Anne Buunk, die bijna afzwaait als Topklas-deelnemer, doet sinds haar promotie vervolgonderzoek naar verstoorde sociale cognitie in diverse neurologische patiëntengroepen – een onderwerp dat volgens haar te weinig aandacht krijgt in psychische hulpverlening.

Anne Buunk is vanaf het begin betrokken bij de Topklas en zit nu in de eindfase. Ze werkt als Gz-psycholoog in opleiding tot klinisch neuropsycholoog in het Universitair Medisch Centrum Groningen. Anders dan de meeste deelnemers heeft ze haar proefschrift al vrij vroeg in het traject afgerond. In 2019 al promoveerde ze op haar onderzoek naar cognitieve, emotionele en gedragsmatige gevolgen van een subarachnoïdale bloeding (SAB), een specifieke soort hersenbloeding. Uit haar proefschrift bleek dat er na zo’n hersenbloeding sprake kan zijn van stoornissen in de sociale cognitie bij patiënten en dat deze ook gerelateerd zijn aan gedrag.

Kiezen tussen onderzoek en wetenschap niet wenselijk

Het doel van de Topklas om wetenschappelijk onderzoek te combineren met de klinische praktijk, spreekt Buunk enorm aan. ‘Wat je toch vaak ziet is dat psychologen na hun academische opleiding de kliniek (of patiëntenzorg) ingaan en de wetenschap loslaten, of andersom, kiezen voor onderzoek en de kliniek loslaten. Dat is dat mij betreft niet wenselijk en ook helemaal niet nodig. Nu heb ik misschien makkelijk praten omdat ik in een universitair centrum werk, maar de inzet van Topklas is om dat ook op andere plekken mogelijk te maken.’

‘Het is ongelofelijk welke impact hersenletsel heeft op het leven van patiënten'

Anne Buunk

Sociale cognitie gaat over het vermogen van mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) om sociale signalen te herkennen, te interpreteren en hierop adequaat te reageren. ‘Het is ongelofelijk welke impact hersenletsel heeft op het leven van deze patiënten. We zien bij heel veel patiënten met neurologische aandoeningen dat ze moeite hebben met het lezen van emoties en signalen.'

'Als jij niet kan zien of iemand boos is of verdrietig, kun je daarop ook niet adequaat reageren. Dat veroorzaakt problemen in sociale relaties, maar ook in participatie, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt. Met name die vertaalslag naar het dagelijks leven heeft mijn interesse.‘

Sociale cognitie relatief nieuw domein

Buunk doet onderzoek bij verschillende patiëntengroepen. ‘Veel mensen kennen vooral de voorbeelden waarbij patiënten met hersenletsel enorm veranderen en bijvoorbeeld grensoverschrijdend gedrag vertonen. Ik heb zelf grote interesse in de meer subtielere, maar niet minder beperkende gevolgen van hersenletsel. Het lastige hierbij voor deze patiënten is dat je van de buitenkant niet ziet dat ze beperkingen hebben.’

Dit is ook het geval bij de doelgroepen die Buunk onderzoekt: patiënten met die specifieke hersenbloeding (SAB) en patiënten met een langzaam groeiende hersentumor. ‘Zo hebben we in Groningen een protonencentrum, waarin patiënten met een langzaam groeiende hersentumor worden behandeld. Al deze patiënten zien wij op de afdeling en worden door ons neuropsychologisch onderzocht en begeleid. Bij een neuropsychologisch onderzoek worden cognitieve functies (de denkfuncties) in kaart gebracht, net als factoren als angst, depressie en vermoeidheid. Protonentherapie zorgt voor minder schade aan gezond hersenweefsel en de verwachting is dan ook dat er minder negatieve effecten zijn op cognitief functioneren. Dit is echter, helemaal op de lange termijn, nog nauwelijks onderzocht.'

'Bovendien vindt diagnostiek naar sociale cognitie nog steeds niet standaard plaats, hier is nog terrein te winnen’

Anne Buunk

Sociale cognitie is binnen de neuropsychologie een relatief nieuw domein. Dat komt volgens Buunk doordat er vrijwel geen manieren waren om de verstoringen in sociale cognitie te objectiveren. ’Inmiddels hebben we een beperkt arsenaal aan maten om dit goed te meten, zoals testen waarbij mensen foto’s van gezichten te zien krijgen en moeten aangeven welke emotie het beste past bij het getoonde gezicht.

Maar, er is zeker nog werk aan de winkel’ aldus Buunk. ‘Bovendien vindt diagnostiek naar sociale cognitie nog steeds niet standaard plaats, hier is nog terrein te winnen.’

Vaker neuropsychologisch onderzoek aanbieden

Met zorgvuldige diagnostiek en vaker standaard aanbieden van neuropsychologisch onderzoek (NPO) aan mensen met NAH, wil Buunk andere patiënten in de toekomst eerder duidelijkheid kunnen bieden. ‘Hoe vreemd het misschien ook lijkt, niet alle mensen met een neurologische aandoening krijgen een NPO aangeboden. Dat hoeft ook niet altijd, bijvoorbeeld als patiënten nog herstellende zijn. Maar in andere gevallen zou heel mooi zijn als wij in een vroegere fase, dus relatief kort na het ontstane letsel, met meer zekerheid kunnen voorspellen wat het perspectief is. Zodat je, als er sprake is van een sociaal cognitieve stoornis, kunt aangeven hoe lang dat zo blijft en wat dat gaat betekenen voor de sociale relaties van de patiënt.’

Buunk is bezig subsidies aan te vragen voor vervolgonderzoek naar de samenhang tussen stoornissen in sociale cognitie en zaken als intimiteit en seksualiteit. Buunk: ‘Daar is namelijk helemaal niks over bekend en dus nog veel werk in te verzetten. Daarnaast hoop ik dat er maatschappelijk meer begrip komt voor mensen met NAH. Daar probeer ik zelf ook actief aan bij te dragen, door bijvoorbeeld vlakbij het dorp waar ik woon een avond te organiseren over de hersenen, om gevolgen van hersenletsel bij het grote publiek bekend te maken.’