Veiligheid in gezinnen vraagt brede samenwerking

Interview met Sander van Arum

19 november 2018
 

Sander van Arum

'Ik maak het verschil' is dit jaar het thema van de Week tegen Kindermishandeling: iedereen kan iets betekenen voor een kind dat opgroeit in een onveilige thuissituatie. Een klein gebaar kan een groot verschil maken. Door met collega's uit andere disciplines te delen wat jij doet als je je zorgen maakt om een kind, moedig je anderen aan ook iets te doen. Dat is precies het motto van orthopedagoog en psychotherapeut Sander van Arum - hoofdopleider bij de RINO Groep en expert in multisectorale systeemgerichte samenwerking bij geweld, verwaarlozing en misbruik in huiselijke kring.

Wat is in jouw ogen nodig om kindermishandeling tegen te gaan?
‘Daar kan ik kort over zijn: een solide ketensamenwerking van professionals onderling samen met gezinsleden. Samen met Linda Vogtländer heb ik hiervoor het visiedocument ‘Eerst samenwerken voor directe veiligheid, dan samenwerken voor risicogestuurde zorg’ geschreven in opdracht van de VNG en de GGD GHOR. Het is indrukwekkend door hoeveel partijen die aanpak nu omarmd wordt: niet alleen door de Veilig Thuis-organisaties, maar ook door de Topreferente Traumacentra in de jeugd-ggz, de Multidisciplinaire Centra Kindermishandeling en Partnergeweld, de vrouwenhulpverlening, de politie, de Raad voor de Kinderbescherming, het Openbaar Ministerie, de reclassering en een groeiend aantal regionale samenwerkingsverbanden. Elke week krijgen we wel een vraag van een samenwerkingsverband dat ermee aan de slag is gegaan.’

Wat levert dat op?
‘Je ziet nu dat er door het document landelijk en regionaal een gemeenschappelijke taal ontstaat. Dat is belangrijk omdat de ketenpartners ieder waardevolle expertise hebben, maar die tot nu toe niet inzetten voor het gemeenschappelijke doel: stoppen van geweld, verwaarlozing en misbruik in huiselijke kring. Zo richt de jeugd-ggz zich op herstel van kinderen maar niet op dat van ouders, en komt de volwassenen-ggz op voor kwaliteit van zorg, maar niet voor kwaliteit van ouderschap. En schulden zijn een belangrijke risicofactor, maar de schuldhulpverlening valt onder een andere sector die gewoonlijk niet wordt betrokken bij deze problematiek. Organisaties en sectoren zitten kortom gevangen in hun eigen bubbel. Een gemeenschappelijke taal is een voorwaarde om de eigen expertise binnen een doelgerichte samenwerking tot zijn recht te laten komen.’

‘Onderzoeken hebben keer op keer uitgewezen dat in de zorg voor onveilige gezinnen de directe veiligheid gek genoeg niet voorop staat. Maar als het geweld doorgaat, kun je niet herstellen van traumatische gebeurtenissen.'

Sander van Arum

Er is steeds meer aandacht voor veiligheidstaxatie in gezinnen in plaats van risicotaxatie. Hoe komt dat?
‘Onderzoeken hebben keer op keer uitgewezen dat in de zorg voor onveilige gezinnen de directe veiligheid gek genoeg niet voorop staat. Maar als het geweld doorgaat, kun je niet herstellen van traumatische gebeurtenissen. Daarom is stap 1 werken aan directe veiligheid – werken aan de risico’s op de langere termijn volgt later. Dat besef dringt nu door. Daardoor is steeds meer aandacht voor de vraag hoe en op basis waarvan je een veiligheidsplan maakt met ouders en andere professionals en hoe je daar de kinderen bij betrekt. Dat is dan ook een belangrijk onderdeel van de postmaster opleiding Veiligheid in gezinnen met risico’s die ik geef bij de RINO Groep.’

Dat zijn hoopgevende signalen. Wat moet er nog meer gebeuren?
‘Ondanks dat zoveel organisaties het visiedocument enthousiast omarmen, gaan ze er nog te zeer vanuit dat de samenwerking wel door de uitvoerende professionals geregeld wordt. Maar die moeten daarin worden gefaciliteerd. Dat gebeurt echter niet omdat samenwerking geen product is en geen doelstelling en dus geen geld oplevert. Het is nodig dat ketenpartners netwerkorganisaties vormen waaraan managers, directies en bestuurders zich committeren. De gemeenten zouden dat moeten aansturen. Die gaan er te vaak vanuit dat de organisaties dat zelf wel oppakken.’

Is dit dan ook weer een centenkwestie?
‘Het lastige is dat organisaties die hun medewerkers goed faciliteren, de maatschappij op de lange termijn geld besparen maar dat zelf niet terugzien in hun portemonnee. Maar als je goed samenwerkt aan veiligheid in gezinnen, betekent dat minder schooluitval, minder ziekteverzuim, minder ziektekosten enzovoort – nog los van het menselijk leed dat je ermee bespaart.’
 

Steviger in je schoenen staan als het gaat om signalering en behandeling bij kindermishandeling?