Voordat Janet de overstap maakte naar het werk als POH-GGZ, werkte ze zo'n 20 jaar in de specialistische GGZ. Ze werkte onder andere met mensen met psychotische en bipolaire stoornissen, in de bemoeizorg én bij de crisisdienst. “Dat was een breed spectrum aan mentale problematiek, van ernstige psychiatrische aandoeningen tot meer praktische kwesties, zoals mensen met schulden die uit huis dreigden te worden gezet.” De overstap naar POH-GGZ voelde voor Janet dan ook als een natuurlijke vervolgstap.
Janet over haar werk als POH-GGZ
Werken in de huisartsenpraktijk betekent voor Janet dat je meer directe tijd hebt voor de patiënt. “De verslaglegging is vooral gericht op de huisarts. Daardoor ben je minder tijd kwijt aan administratie en het schrijven van een uitgebreid behandelplan dan veel andere professionals in de mentale gezondheidszorg. Het gaat om het opbouwen van een therapeutische relatie waarin je samen onderzoekt: wat is er aan de hand, is dat het dan ook echt, of is het nog iets anders. En wat is er dan nodig?” Volgens Janet ben je ook minder bezig met diagnostiek en minder gebonden aan protocollen dan in de specialistische GGZ. “Je hebt daardoor veel vrijheid in de tools en methodes die je wilt inzetten.” Zo kun je als POH-GGZ werken met kortdurende interventies zoals cognitieve gedragstherapie en acceptance and commitment therapy (ACT), vaak gecombineerd met e-health modules. “Vroeger waren die behandelingen alleen bedoeld voor de basis GGZ, maar ze zijn nu zo toegankelijk dat wij ze ook goed kunnen toepassen.”
Als POH-GGZ werk je met uiteenlopende doelgroepen en hulpvragen. Een groep die Janet persoonlijk aanspreekt en die vaak naar haar wordt doorverwezen is de EPA-doelgroep, mensen met ernstige psychische aandoeningen. "Zij worden in de tweede lijn soms als uitbehandeld gezien, maar dat betekent niet dat hun problematiek voorbij is. Dan mag ik het onderhoud doen. Dit kan gaan over medicatie, klachten monitoren en de patiënt goed in de gaten houden." Janet ziet het als een grote winst dat deze groep in de huisartsenpraktijk kan blijven. “Zo haal je ook iets van het stigma weg. Iemand blijft gewoon in de huisartsenpraktijk in plaats van als chronisch patiënt in de GGZ. Dat vind ik echt iets om trots op te zijn.”
Ook bij stressklachten ziet Janet hoe een POH-GGZ verschil kan maken. “Je kunt samen kijken wat er nodig is om een burn-out te voorkomen. Want als mensen daarin belanden, duurt het vaak lang voor ze er weer bovenop zijn.”
Interview met de nieuwe hoofdopleider POH-GGZ Janet de Jonge
Interview met Janet de Jonge
Janet de Jonge is sinds maart 2025 de nieuwe hoofdopleider van de opleiding tot POH-GGZ. In dit interview vertelt ze over haar overstap naar de huisartsenpraktijk en wat het vak volgens haar zo waardevol maakt. Over haar werk als POH-GGZ zegt ze: “Het is gewoon de leukste baan die er is!”
"En goed luisteren, écht horen en niet direct willen oplossen, is vaak al enorm helpend. Dan wordt het probleem iets waar je sámen naar kijkt en voelen mensen zich serieus genomen."
Janet de Jonge
Het belang van oprechte nieuwsgierigheid
Een belangrijke eigenschap voor een POH-GGZ is oprecht nieuwsgierig zijn. “Mensen gaan op verschillende manieren om met hun problemen. Als je daar als hulpverlener meteen iets van vindt, kun je al niet meer open luisteren. En goed luisteren, écht horen en niet direct willen oplossen, is vaak al enorm helpend. Dan wordt het probleem iets waar je sámen naar kijkt en voelen mensen zich serieus genomen. Dat maakt het werk niet alleen effectiever, maar ook leuker.”
De POH-GGZ opleiding
Volgens Janet sluit de opleiding tot POH-GGZ goed aan bij deze houding. “De opleiding besteedt aandacht aan motiverende gespreksvoering en derde generatie gedragstherapieën zoals ACT, waardoor je meer vanuit verbinding werkt. Dat past bij de laagdrempelige, holistische en mensgerichte zorg in de huisartsenpraktijk.” Daarnaast komen thema’s aan bod die spelen in het werkveld van de POH-GGZ, zoals seksualiteit, suïcidaliteit en het werken met ouderen of jongeren. Deze lesdagen worden verzorgd door specialisten. “Het is heel waardevol dat bijvoorbeeld experts van 113 langskomen om handvatten te geven in het bespreken van suïcidale gedachten, dat is voor veel POH’s-GGZ best ingewikkeld.”
Een ander belangrijk onderdeel van de opleiding is de intervisie en peerfeedback. “Deelnemers kunnen ervaringen delen, elkaar helpen relativeren en van feedback voorzien. Hulpverleners zijn vaak kritisch op zichzelf, dus het is heel waardevol om daar samen in op te trekken en elkaar positief te bekrachtigen.”
Voor wie is de opleiding interessant
In september 2025 start een nieuwe uitvoering van de POH-GGZ opleiding. Volgens Janet is de opleiding geschikt voor een brede groep professionals met uiteenlopende achtergronden. In Utrecht ziet ze bijvoorbeeld veel POH’s-GGZ met ervaring in de specialistische GGZ. Daarnaast is er een groep die juist vanuit dienstverlening of maatschappelijk werk komt. “Die zijn vaak heel goed in het snel vinden van de juiste lijnen, praktische hulp organiseren, problemen uitvragen en iemand al coachend weer op de rit helpen.” Daarnaast is de opleiding volgens Janet niet alleen interessant voor mensen met ruime werkervaring, maar ook geschikt voor jonge professionals die zich als junior POH-GGZ willen ontwikkelen. “Als je affiniteit hebt met laagdrempelige, generalistische zorg binnen de huisartsenpraktijk, dan past deze opleiding goed bij je,” aldus Janet.