Nieuwe hoofdopleiders GZ-opleiding: ‘Wetenschappelijk denken vraagt iets extra’s’

Interview met prof. dr. Maretha de Jonge en dr. Anika Bexkens

8 februari 2022
 

prof. dr. Maretha de Jonge en dr. Anika Bexkens

Na het afzwaaien van dr. Katrien van de Vijfeijken, hoofdopleider van de GZ-opleiding K&J, nemen prof. dr. Maretha de Jonge en dr. Anika Bexkens het stokje over. Waar gaan zij zich zoal op richten in de opleiding? Wat vinden zij belangrijk in het scholen van Gz-psychologen van de toekomst?

Een eerste focuspunt in de GZ-opleiding is voor zowel Bexkens als De Jonge het goed op elkaar aansluiten van de master en GZ-opleiding. ‘Net als Anika ben ik verbonden aan de masteropleiding aan de Universiteit van Leiden; zij bij psychologie en ik bij orthopedagogiek. We zijn dus allebei al thuis in het stroomlijnen van de overstap van bachelor en master; ook voor master en postmaster is het van belang dat we goed kijken naar een degelijke overgang. Er mogen geen gaten vallen, maar er moet ook geen onnodige overlap zijn’, licht De Jonge toe. 

‘Goed wetenschappelijk redeneren, de nieuwste theorieën toe kunnen passen in je behandeling: dat vraagt absoluut iets extra’s. Dat moet stevig staan in de GZ-opleiding’

Anika Bexkens

Wetenschappelijk redeneren

Daarnaast delen Bexkens en De Jonge een liefde voor wetenschap, die ze ook in de GZ-opleiding willen bestendigen. Bexkens: ‘Naast het leren van vaardigheden in de praktijk, is het wetenschappelijk denken immers waar het om draait als bekwaam Gz-psycholoog. In je dagelijkse werk, maar ook in contact met vakgenoten en in intervisie leer je natuurlijk ontzettend veel. Maar goed wetenschappelijk redeneren, de nieuwste theorieën toe kunnen passen in je behandeling: dat vraagt absoluut iets extra’s. Dat moet stevig staan in de GZ-opleiding.

Waardevol en plezierig

Wetenschap dichtbij de cursist brengen is volgens De Jonge daarbij leidend. ‘Opleidelingen voelen zich soms wat ongemakkelijk bij wetenschappelijk onderzoek, zien het als ver van hun bed of heel ingewikkeld. Ik laat ze in de opleiding graag zien hoe je er je voordeel mee kunt doen, hoe je zelf een bijdrage kunt leveren vanuit jouw werkveld. Wetenschap is zoeken naar vernieuwing of verdieping, door goed te onderbouwen wat je doet of uit te pluizen hoe iets in elkaar zit. Vragen uit de klinische praktijk voeden de wetenschap weer. Die wisselwerking maakt wetenschap niet alleen heel leuk, maar ook onmisbaar voor de praktijk’, zegt zij. ‘Cursisten verwachten het misschien niet, maar ze ervaren in de GZ-opleiding dat wetenschappelijk denken echt een belangrijke bijdrage levert aan goed klinisch handelen.’

Twijfelen

Voor De Jonge en Bexkens geldt allebei dat ze aan het eind van de opleiding Gz-psychologen af willen leveren die weten wat ze kunnen, hun competenties kennen en zich bewust zijn van de grenzen aan hun competenties. Bexkens: ‘We zien vaak dat psychologen die starten met de opleiding, massaal aan zichzelf gaan twijfelen. Ineens lijkt alles wat ze geleerd hebben niet meer genoeg, of misschien wel niet juist. In het tweede jaar is vaak een omslagpunt: ze beseffen dat ze al veel wisten, en dat ze nu alleen maar nog verder groeien in kennis, kunde en professionaliteit.’

Verklarend kijken

Om de Gz-psychologen klaar te stomen voor het toekomstig beroepenveld, vindt Bexkens het van belang veel aandacht te geven aan transdiagnostisch werken. ‘De laatste jaren is er binnen de ggz meer aandacht voor dat wat onderliggend is aan klachten, zoals in het jeugdveld al langer gebruikelijk is. Wetenschappelijk onderzoek naar transdiagnostische factoren sluit hier naadloos op aan, en komt dus ook aan bod in de GZ-opleiding’, vertelt ze. De Jonge op haar beurt laat graag de meerwaarde van multidisciplinair werken aan bod komen in de GZ-opleiding. ‘Gevoed worden door andere disciplines, ieder met hun eigen blikveld is in het klinisch werk heel belangrijk’, stelt zij.

Blended

Op opleidingsvlak speelt er tot slot nog de actuele ontwikkeling van het blended onderwijs en behandelen. Volgens De Jonge en Bexkens zal de tijd leren hoe dit zich verder zal ontplooien. Bexkens: ‘We hebben sinds corona veel ervaring opgedaan met online lesgeven, daar de voor- en nadelen van gezien. Het is nu zaak om te zoeken naar een goede balans van online en live. En dat geldt natuurlijk ook voor therapie: blended diagnostiek en behandelvormen zullen niet zomaar meer verdwijnen. Ook daar zullen onze GZ-deelnemers in mee leren bewegen.’

Prof. dr. Maretha de Jonge is aangesteld als nieuwe hoofdopleider.
Dr. Anika Bexkens is aangesteld als waarnemend hoofdopleider.

Interesse in de GZ-opleiding kind en jeugd?