‘Train ggz-professionals zodat ze kunnen meebewegen met landelijk beleid’

Interview met Veronique Esman

3 september 2021
 

Veronique Esman

Alleen in netwerken kan de ggz als branche optimaal functioneren. Hetzelfde geldt voor ggz-professionals; ook zij kunnen nog meer als onderdeel van ketens samenwerken met andere hulpverleners. En dat altijd gefocust op de vraag: waar is deze cliënt in eerste instantie het meest mee geholpen? In gesprek met Veronique Esman-Peeters, die onlangs toetrad tot de Raad van Commissarissen van de RINO Groep.

Als directeur van de Nederlandse GGZ heeft Veronique Esman de afgelopen vier jaar alles in het werk gesteld om de vereniging (die toen nog GGZ Nederland heette) om te vormen tot een slagvaardige en aanstekelijke beweging. Een noodzakelijke stap, want de meerwaarde van de branchevereniging was voor de leden – tientallen grote en kleine ggz-aanbieders – niet altijd meer herkenbaar, vertelt Veronique Esman. ‘Toen ik startte zei ik gekscherend: ik zie een bureau, ik zie leden, maar ik zie geen vereniging. Vechtend tegen het systeem ging het alleen nog maar over geld, geld en geld.’
 

Waardenetwerken

In het visietraject werd al snel één ding duidelijk: de sector als geheel staat en gaat voor goede zorg aan mensen met een psychische aandoening, en dat binnen een veerkrachtige, inclusieve en veilige samenleving. Dát is het bestaansrecht van de Nederlandse ggz, dat vormt het hart waar de leden elkaar vinden, en ook in de samenwerking met partners binnen en buiten de ggz-sector is dat de verbindende focus.

Bij de nieuwe visie werden enkele concrete ambities geformuleerd, zoals het streven naar nul suïcides, nul kindermishandeling, het wegwerken van wachtlijsten en het bestrijden van stigma. Maar hoe concreet ook, het zijn doelen die een lange adem vergen, realiseert Esman zich. Toch biedt de herijking de beweging nu al extra slagkracht, volgens de directeur.

‘We hebben ons opnieuw georganiseerd in waarde-netwerken, waarin we specifieke thema’s uitdiepen en actief contacten met de buitenwereld aangaan. Bijvoorbeeld op het thema Zorg en veiligheid (voorheen Forensische zorg). In dat netwerk bespreken we actuele ontwikkelingen, en kijken we met het ministerie van Justitie, politie, gemeenten en andere partners hoe we bijvoorbeeld personen met onbegrepen gedrag beter tegemoet kunnen treden; of hoe we kunnen voorkomen dat er onmiddellijk extra politiek afgedwongen maatregelen worden genomen zodra er weer een tbs’er is die zich heeft onttrokken aan een proefverlof.

Zo zijn we met meerdere thema’s bezig en willen we op verschillende fronten zichtbaar middenin de samenleving staan en de samenwerking zoeken met onze maatschappelijke partners: van huisartsen en wijkteams tot kennisinstituten. Dat zal ook wel moeten, gezien de druk op onze sector, de wachtlijsten en de immense vraag naar geestelijke gezondheidszorg.

'Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Daarom zullen we de komende jaren echt successen moeten laten zien om dit beeld van de ggz te kantelen.’

Veronique Esman

Meer slagkracht

De weg die de Nederlandse ggz is ingeslagen wordt herkend en gewaardeerd, zowel door samenwerkingspartners als door de leden, aldus directeur Esman. Bij het uitbreken van de coronacrisis, voorjaar 2020, was het bureau en de vereniging inmiddels zo gereorganiseerd, dat er snel en doeltreffend kon worden gereageerd op de vragen die toen binnenstroomden.

‘Wij waren een van de eerste sectoren die een coronarichtlijn had opgesteld. Daaruit bleek dat we met korte lijnen en snel schakelen inmiddels echt slagkracht hadden ontwikkeld. Bovendien konden we hierdoor snel bij leden uitvragen welke gevolgen corona had op de crisisafdelingen voor jeugd. Zo kregen we goed in beeld hoe hard jongeren door deze crisis werden getroffen, en dat onderbouwd met cijfers. Die informatie konden we vervolgens inzetten bij onze belangenbehartiging. En dat leverde de sector uiteindelijk ook extra geld op om zoveel mogelijk patiënten te kunnen helpen.


Instroom beperken

Dit nieuwe élan binnen de sector staat haaks op de berichtgeving over de ggz in de media, over eindeloze wachtlijsten, over de nog altijd haperende aanpak van personen met onbegrepen gedrag, over bedenkelijke financiële praktijken van zorgaanbieders die de randen van het huidige bekostigingssysteem opzoeken, etc. Maakt dat Esman niet moedeloos? 'Vertrouwen komt te voet en gaat te paard’, zegt ze. ‘Daarom zullen we de komende jaren echt successen moeten laten zien om dit beeld van de ggz te kantelen.’

Maar hoeveel transfer-tafels de Nederlandse ggz ook inricht en hoe transparant de sector zich ook opstelt, de wachtlijsten zullen daardoor niet onmiddellijk verdwijnen. En zolang die blijven bestaan, zal de sector tekort blijven schieten in de ogen van burgers en politici. De allergrootste uitdaging ligt volgens Esman dan ook bij het ombuigen van de enorme vraag naar GGZ . ‘Dat lukt alleen als we samen met huisartsen, wijkteams, hulpverleners in de jeugd- en opvoedhulp en tal van andere partners veel kritischer kijken in hoeverre hulpvragen van hun cliënten werkelijk een antwoord vanuit de ggz vereisen. Iemand met schulden die daardoor psychische problemen ontwikkelt, kun je wel op een wachtlijst plaatsen. Maar waarschijnlijk is zo iemand toch meer geholpen als eerst die schulden worden gesaneerd’, oppert Esman.

‘Echt,’ benadrukt ze, ‘het allerbelangrijkste is meer sturing aan de voorkant en inzet op preventie, zodat de instroom wordt beperkt. Ondertussen plaatsen wij een deel van de gespecialiseerde zorg meer naar voren om te voorkomen dat mensen te lang op een verkeerde wachtlijst belanden en vervolgens alsnog opnieuw moeten beginnen. Bovendien zijn we steeds meer gespitst op het bevorderen van doorstroom en uitstroom, zodat er in klinieken ook voortdurend weer nieuwe behandelruimte ontstaat. Dat vereist van ons overleg met gemeenten over extra plekken voor begeleid en beschermd wonen. Inmiddels hebben we hierover een breed gedragen woonagenda ondertekend. Kortom, dit probleem is niet morgen geregeld, maar het begin is er!’

'Met een digitale vinger aan de pols kunnen we in de komende jaren ook veel beter monitoren hoe het gaat met mensen; ook dat kan een gezonde leefstijl bevorderen. Bijvoorbeeld doordat je tijdig een seintje krijgt om even te gaan bewegen of op een andere manier aan je mentale gezondheid te werken.'

Veronique Esman

Inzet op innovatie

Het digitaal behandelen van cliënten kreeg het afgelopen jaar al een impuls. Tijdens de coronacrisis bleek dat online behandelingen vaak niet onderdoen voor face to face contact. En doordat het opeens niet anders kon, ebde de laatste koudwatervrees weg om hiermee aan de slag te gaan. Het sterkt Esman in haar overtuiging dat technische innovatie een van de sleutels is om meer patiënten sneller te helpen. Bijvoorbeeld door ze in de periode voorafgaand aan de behandeling alvast met online modules voorbereidende opdrachten te geven. Of - nog daarvoor – door online preventieprogramma’s in te zetten waarmee mensen hun mentale veerkracht vergroten, zodat zij niet vastlopen door veelvoorkomende psychische problemen.

‘Daarnaast zullen we met een digitale vinger aan de pols in de komende jaren ook veel beter kunnen monitoren hoe het gaat met mensen; ook dat kan een gezonde leefstijl bevorderen. Bijvoorbeeld doordat je tijdig een seintje krijgt om even te gaan bewegen of op een andere manier aan je mentale gezondheid te werken. Als mensen die informatie ook met hun huisarts of behandelaar willen delen, kan dat helpen om ze tijdig te behandelen. En ook dat helpt bij het beperken van de toestroom naar de GGZ.’

Effectief samenwerken

De manier waarop de RINO Groep op dit moment investeert in blended modules en e-learning sluit naadloos aan bij deze innovatieve inzet van ICT die Esman voor ogen staat. Ze is vol vertrouwen dat het opleidingsprogramma zorginhoudelijk in orde is. Daar bovenop zou zij graag zien dat ggz-professionals de komende jaren worden getraind in effectief samenwerken, zodat ze met hun eigen inhoudelijke expertise als actieve schakel leren fungeren in een grotere keten van hulpverleners. ‘Is je telefoonboekje op orde met contacten in de wijk? Heb je frequent contact met huisartsen? Ben je bereid om breder dan je eigen behandeling te kijken? En dat altijd met in je achterhoofd de vraag: waar is deze cliënt op dit moment het meest mee geholpen?’

 

Maar kun je dat wel verwachten, zolang diezelfde ggz-professionals aan het eind van de dag worden afgerekend op de behaalde productie? ‘Ook al leidt dat tot een spagaat, ik vind dat je dit als professional aan je stand verplicht bent. Hoe doe je dat, zelfs als er eenzijdig op productie wordt gestuurd? En hoe ga je hierover als dat nodig is het gesprek aan met leidinggevenden binnen je organisatie? Ik vind het heel belangrijk dat professionals worden getraind in dit soort aspecten, zodat zij kunnen meebewegen met het beleid dat we landelijk uitzetten. En natuurlijk, tegelijkertijd hoort daarbij dat bestuurders een klimaat scheppen waarin deze vragen gesteld kunnen worden. Wat dat betreft zie ik gelukkig goede voorbeelden van zorgaanbieders die hier echt serieus mee aan de slag zijn. Is dit de juiste zorg, op het juiste moment en op de juiste plaats? Dát is de vraag, zowel voor professionals en bestuurders in de ggz, als voor partners in de keten.’
 

Persoonlijke drijfveer

Tot slot, wat drijft Esman om zich elke dag opnieuw in te zetten voor een sterkere ggz? ‘We doen dit voor de meest kwetsbare mensen in onze samenleving. En vergeet niet, morgen kan het ook om jou of mij gaan. Onlangs raakte een vriendin van me die ogenschijnlijk heel gezond was en uitstekend sociaal functioneerde psychotisch. Zij had dus vette pech, waardoor ze in eenmaal in de ggz belandde en te maken kreeg met vooroordelen en stigma. Dat motiveert mij om elke dag opnieuw te strijden voor meer inclusie en maatschappelijk acceptatie van psychische problematiek. En om te werken aan betere zorg, waarin we blijven leren om het morgen nóg beter te doen!’