‘We zijn samen verantwoordelijk voor opleiden, dat eindigt niet bij de muren van de eigen instelling’

Interview met Marit Bierman

31 maart 2021
 

Marit Bierman

Hoe zorg je er vanuit de instelling voor dat praktijkonderwijs aansluit op de behoeften van de huidige – en belangrijker nog, toekomstige – zorgpraktijk? Sinds medio vorig jaar is Marit Bierman P-opleider bij GGz Centraal. Vanuit deze rol is zij binnen de instelling verantwoordelijk voor het praktijkonderwijs dat psychologen in een BIG-opleiding naast het theoretische onderwijs volgen. In dit interview deelt zij haar visie.

‘We hebben als praktijkopleiders een mooi vak: jonge mensen kundig en enthousiast maken’, zegt Marit Bierman. Opleiden, dat past bij haar. Al vanaf het begin dat zij werkzaam is in de ggz is Bierman vanuit verschillende rollen betrokken geweest bij de ontwikkeling van praktijk- en theoretisch onderwijs. Zowel intern bij GGz Centraal als vanuit haar rol als docent bij de GZ-, KP- en KNP-opleiding bij de RINO Groep.
 
Onder leiding van voormalig P-opleider Christel Hessels verliep het praktijkonderwijs bij GGz Centraal al heel goed, vindt Bierman. Toch is zij wel van plan om haar eigen draai eraan te geven en nog meer in te spelen op ontwikkelingen in het vakgebied. ‘Altijd stel ik mezelf de vraag: Hoe zorg je ervoor dat je de rugzak van de professionals verder vult, zodat opgedane praktijkervaring geïntegreerd raakt met de rest van de lesstof en bovendien aansluit op toekomstige behoeften?’

Samenwerking en expertise-uitwisseling

Een groot knelpunt in de zorgverlening van mensen met een psychische kwetsbaarheid is het landelijke tekort aan met name Gz-psychologen. ‘Het is belangrijk om de aanwas te stimuleren’, zegt Bierman. Zij wil dat doen door vooral in te springen op samenwerking. ‘Door als grote instelling meer samenwerkingen aan te gaan met andere grote en kleinere instellingen kunnen we gezamenlijk meer opleidingsplaatsen voor Gz-psychologen creëren. Bijvoorbeeld bij instellingen die daar alleen te klein voor zijn.’ Je bent samen verantwoordelijk voor opleiden, vindt Bierman, en dat eindigt niet bij de muren van je eigen instelling.

Als P-opleider borg ik de kwaliteit van de BIG-opleidingen in de instelling en door samenwerking ook breder. Ik zie kansen om hierin meer verbinding te maken, zowel intern als extern.’

Marit Bierman

Bijkomend voordeel van onderlinge samenwerking is de uitwisseling van expertise. Volgens Bierman is het goed om tijdens de BIG-opleidingen in verschillende contexten te werken en ervaring op te doen met meerdere problematieken. Psychologen die een opleidingsplek hebben bij een kleinere of gespecialiseerde instelling kunnen door de samenwerking met een grote instelling bijvoorbeeld ervaring opdoen met andere stoornissen. ‘Dit verrijkt hun kennis, waardoor ze uiteindelijk betere zorg kunnen verlenen.’

Bierman hoopt dat de opgeleide professionals vanuit verschillende expertises ook weer gaan bijdragen aan de BIG-opleidingen. ‘Vanuit GGz Centraal vinden we het belangrijk om goed te borgen dat verschillende ggz-professionals met verschillende kwalificaties bijdragen aan het opleiden. Niet alleen ten gunste van de kwaliteit van de opleiding, maar ook zodat onze professionals zichzelf verder kunnen en blijven ontwikkelen. Bijvoorbeeld als supervisor’, aldus Bierman.

Aansluiting theorie en praktijk

De BIG-opleidingen voor psychologen bestaan uit een deel theoretisch onderwijs en een deel praktijkonderwijs. Aansluiting van het praktijkonderwijs op het theoretische curriculum is cruciaal, vindt Bierman. In de praktijk besteedt zij extra aandacht aan belangrijke onderwerpen, die voor veel psychologen vaak een uitdaging vormen. Bijvoorbeeld het onderwerp suïcide. Hoe leer je psychologen om dat risico goed in te schatten in de praktijk? Hoe zorg je ervoor dat hier aandacht voor is?
 
‘We haken hierbij zoveel mogelijk aan op de theorie van de opleiding’, legt Bierman uit. ‘Dat betekent dat als er wijzigingen zijn in het theoretische deel, de praktijk meebeweegt. Maar ook andersom; dat de theorie meebeweegt als er in het werkveld iets verandert.’ Hoofdopleiders zijn hiervoor verantwoordelijk en geven dit samen met (hoofd)docenten vorm. Zij bepalen alle kwalificaties en competenties die samenkomen in cursorisch onderwijs. De praktijkopleider weet wat de opbouw van die opleidingsroute is en draagt zorg voor de uitoefening van verschillende activiteiten. Bierman: ‘Als P-opleider borg ik de kwaliteit van de BIG-opleidingen in de instelling en door samenwerking ook breder. Ik zie kansen om hierin meer verbinding te maken, zowel intern als extern.’
 

Praktijkonderwijs in coronatijd

Dat Bierman haar nieuwe functie startte in coronatijd leverde haar naar eigen zeggen vooral voordeel op. ‘Doordat ik al lange tijd bij GGz Centraal werk, kende ik de instelling al redelijk goed. De afgelopen maanden heb ik door mijn nieuwe functie nóg meer mensen leren kennen. Vanwege corona vonden vergadering voornamelijk online plaats. Dat vraagt natuurlijk om andere vaardigheden, vooral bij grote groepen, maar het voordeel is dat het iedereen heel veel reistijd scheelt. Binnen aanzienbare tijd kwam ik met veel meer collega’s in aanraking dan anders mogelijk zou zijn geweest.’
 
Uitdaging ervaart Bierman in de begeleiding van cursisten. Sommige cursisten hebben alleen nog maar online les gehad en velen moeten nu ook (deels) online zorg bieden. ‘Zij missen soms écht collega’s in de opleiding. Live is ook een ontmoetingsplek, waar je met elkaar ideeën uitwisselt. We moeten ervoor zorgdragen dat die mogelijkheid online geboden wordt en dat cursisten niet het gevoel krijgen dat ze aan het zwemmen zijn. Het geven van een online presentatie gaat nog wel, maar online psychotherapie is best wel een gepuzzel. Ik zie het als mijn taak om de opleiding ook onder deze omstandigheden goed te blijven borgen in de praktijk, samen met de praktijkopleiders, supervisoren en werkbegeleiders’, aldus Bierman.