'Netwerkbenadering geeft nieuwe hoop op effectievere behandelingen'

Interview met Denny Borsboom, hoogleraar grondslagen van de psychologie en psychometrie aan de Universiteit van Amsterdam.

23 april 2018
 

Denny Borsboom, hoogleraar grondslagen van de psychologie en psychometrie aan de Universiteit van Amsterdam.

Laat de focus op de diagnose maar los, kijk liever naar hoe symptomen precies op elkaar inwerken en richt daar je interventies op. Dat is het idee achter de netwerkbenadering van de onderzoeksgroep van Denny Borsboom, hoogleraar grondslagen van de psychologie en psychometrie aan de Universiteit van Amsterdam.

Wat is de netwerkbenadering in de klinische psychologie?

'Symptomen zijn in de psychologie altijd gezien als indicatoren van een onderliggende stoornis. Mijn collega’s en ik hebben daar een ander idee tegenover gezet: wij plaatsen symptomen van een patiënt in netwerken die hun complexe onderlinge samenhang laten zien. We bekijken welke zaken een centrale rol spelen en welke eromheen zitten, hoe ze met elkaar verbonden zijn en analyseren vervolgens het netwerk dat we zo in kaart gebracht hebben. Met als doel: beter zien hoe complexe factoren op elkaar inwerken en waar je de meest effectieve interventies kunt plegen.'

Hoe is dit idee ontvangen?

'Oorspronkelijk kozen wij de klinische psychologie alleen als voorbeeld om onze complexiteitsbenadering mee te illustreren. Maar zodra ik het zes jaar geleden presenteerde, werd ik totaal verrast door een golf aan positieve reacties. Behandelaren bleken in de praktijk al lang zo te kijken naar patiënten en omarmden deze visie dan ook direct. Opmerkelijk genoeg ontmoette ik daarnaast soms ook psychologen die zo teleurgesteld waren in wat de wetenschap heeft opgeleverd voor de klinische praktijk, dat zij er niets meer van wilden weten. Dat vind ik zorgelijk, want wat onderscheidt je dan nog van Emile Ratelband? Vanuit de netwerkbenadering wil ik graag bijdragen aan het weer bijeenbrengen van praktijk en theorie.'

Wat betekent dat voor onderzoek?

'Een enorme verschuiving. Vanuit de stoornisopvatting neem je in een onderzoek systematisch lijstjes af bij mensen met klachten, telt ze op en stopt iedereen met een bepaalde score bij elkaar in bijvoorbeeld het vakje ‘verslaving’. Maar als je symptomen beschouwt als een complex systeem, vraagt dat hele andere technieken en vaardigheden.'

Wat gaat de netwerkbenadering opleveren voor behandelaren en patiënten?

'Nu is behandelen toch vooral proberen iemand te helpen in weinig tijd met weinig informatie en weinig ondersteuning vanuit de wetenschap. Wat ik voor de verre toekomst voor ogen heb, is iets dat clinici echt helpt om beter zicht te krijgen op wat ze doen, om vele malen effectiever te zijn en om tijd te besparen. Maar of het gaat lukken dat allemaal te realiseren, is nu nog niet te zeggen. Er wordt heel veel onderzoek gedaan naar allerlei aspecten van de netwerkbenadering, maar of we daar uiteindelijk serieus vooruitgang mee boeken voor de praktijk, moet nog blijken.'

Als dat goed uitpakt, komen al onze richtlijnen en protocollen dan op hun kop te staan?

'Ik ben helemaal niet voor een systeemverandering, ik sluit liever aan bij wat therapeuten al doen. Zij kunnen in hun praktijk gewoon beginnen met netwerken in kaart brengen en velen doen dat ook al. Maar de netwerkbenadering is wel echt een andere manier van kijken. Ze biedt een meer holistisch beeld van de mens, waarin een verschijnsel als comorbiditeit ineens ook geen probleem meer is, maar juist iets heel natuurlijks. De afgelopen dertig jaar is de wetenschap er niet in geslaagd de prevalentiecijfers van bijvoorbeeld depressie omlaag te krijgen. De netwerkbenadering geeft nieuwe hoop dat we een effectievere manier van werken zullen ontwikkelen, maar of dat er ook uitkomt - dat blijft nog wel een paar jaar spannend.'