Ziekte drukt op de veerkracht van mensen

Interview met Hoofdopleider Christien de Jong

6 december 2016
 

Hoofdopleider Christien de Jong

‘Als psycholoog in een medische setting bevind je je in een bijzondere situatie. Je behandelt mensen die worstelen met existentiële problemen als gevolg van een chronische of levensbedreigende ziekte. Dat kan je erg aangrijpen, zeker als je nog niet zo lang in het vak zit of als je in je privéleven dingen meemaakt die hieraan raken. Bovendien is het in deze setting niet altijd makkelijk aansluiting te vinden bij de medische professionals en aandacht te vragen voor de psychische of sociale problemen van patiënten. In deze opleiding krijgen deelnemers handvatten voor beide kanten van het vak.’


Systemische insteek
‘De opleiding volgt de fasen in het ziekteproces en de “klussen” die daarbij horen: bijvoorbeeld een diagnose verwerken, leren leven met een beperking of afscheid nemen.
Onze insteek is systemisch: we zien de ziekte als een boosdoener die niet alleen het leven ontregelt van de patiënt, maar ook dat van de partner, het gezin en het werk. En daar krijgen ze dan nog een extra netwerk bij: het behandelteam. Doordat de ziekte drukt op de veerkracht van mensen, kunnen in al die relaties problemen ontstaan. Mensen die daar zelf niet uitkomen, kunnen met een kortdurende interventie weer in balans komen.’
 
Rust en overzicht
‘Deelnemers leren in de opleiding enerzijds hoe een ziekte in elke fase ingrijpt op het aanpassingsvermogen en welke problemen zich daarbij voor kunnen doen. Een deel daarvan is generiek, een deel is specifiek per ziekte. Anderzijds reiken we een structuur aan om de draagkracht van mensen in kaart te brengen. Hoe zit iemand in elkaar? Zijn er eerdere ervaringen met verlies en afhankelijk raken van anderen? Wat heeft toen geholpen? Wat zijn kwetsbare kanten? Door de aanpassingsproblemen in die context te plaatsen en te bespreken, krijgen mensen weer rust en overzicht en kunnen ze weer bondgenoten zijn tegenover de ziekte in plaats van strijdende partijen tegenover elkaar.’
 
Woorden leren vinden

‘Een van de moeilijke kanten van dit vak is woorden vinden voor zaken waar geen woorden voor zijn zonder te vervallen in nietszeggende clichés. Daarom oefenen we in de opleiding veel met rollenspellen. Deelnemers leren daarin woorden te vinden die bij hen passen en die respectvol zijn naar patiënten, naar naasten en naar dokters. Deze oefening helpt niet alleen in die contacten, het inspireert ook om deze kennis door te geven aan medische collega’s. Artsen en verpleegkundigen voelen zich daar vaak door aangesproken, is mijn ervaring.’
 
Leven met verlies

‘Dit is een bijzonder vak omdat het ons steeds weer confronteert met existentiële vragen rond leven en sterven. Ik leer veel van het omgaan met patiënten én van het lesgeven en praten over deze onderwerpen. Die gesprekken hebben mij laten zien hoe we kunnen leven met het perspectief van doodgaan en hoe we kunnen doorgaan na verlies. Dat helpt. Er is veel verdriet en pijn, maar er is ook de kunst om daar weer uit terug te komen.’