3 vragen over risicotaxatie en -management

Interview met Docent Vivienne de Vogel

23 april 2015
 

Docent Vivienne de Vogel

Hoe hebben risicotaxatie en -management zich de laatste decennia ontwikkeld?
‘Risicotaxatie is een van de belangrijkste aspecten van de forensische zorg. De laatste vijftien jaar zijn op dit terrein steeds meer en betere instrumenten ontwikkeld en die hebben resultaat: de recidivecijfers zijn sterk gedaald. Nu gaan we verder dan het in kaart brengen van factoren die leiden tot gewelddadigheid en maken we meer en meer de stap naar risicomanagement. Dan gaat het om vragen als: hoe verbinden we de verschillende risicofactoren met elkaar? Wat betekenen ze in de context van deze cliënt? Welke beschermende factoren spelen er en hoe kunnen we die versterken? Op deze manier maak je één individueel verhaal en krijg je in beeld waar je de behandeling het beste op kunt richten. Als een tbs-patiënt bijvoorbeeld een depressie heeft, maar dat niet samenhangt met zijn geweldsrisico, leg je daar in de forensische behandeling niet de focus op.’


Wat hebben forensische professionals nodig om hun werk goed te doen?
‘Allereerst kennis en vaardigheden om risicotaxatieinstrumenten te kunnen hanteren. Daarbij gaat het niet eens zozeer om welk instrument je kiest, maar vooral om het juiste gebruik ervan. Vervolgens is bij de behandeling een bewustzijn van drie kernzaken van belang: wat zijn de risicofactoren, wat is veranderbaar, en hoe kan dat bij deze persoon? Hulpverleners willen vaak veel aanpakken, maar het is niet altijd nodig om alles te doen. Daarnaast moet je als team op één lijn zitten. Collega’s kijken vaak verschillend naar deze problematiek - de een vindt het eng, de ander vindt het interessant. Samen kun je ervoor zorgen dat de behandeling niet alle kanten opvliegt.’

Wat kan de reguliere ggz opsteken van de forensische zorg?
‘De reguliere ggz heeft natuurlijk een ander doel dan de forensische zorg - niet het behandelen van risico’s, maar het bevorderen van het welzijn van mensen - maar een bewustzijn van de dynamiek van risicofactoren kan wel helpen bij het proberen voorkomen van geweldsincidenten. Een taxatieinstrument als de HCR-20 zal meestal een te zwaar middel zijn, maar screeners zijn wel heel relevant om een indruk te krijgen van wat er speelt en of er meer nodig is. Anderzijds moet je bepaalde risicofactoren ook weer niet overschatten: niet alles interpreteren in het licht van de stoornis, maar echt kijken naar het gedrag in het hier en nu. De context is namelijk minstens zo belangrijk als de stoornis, dus met goede begeleiding is veel mogelijk ook als er veel risicofactoren spelen. Voor die inschatting heb je als hulpverlener wel de juiste kennis nodig. Professionals uit de reguliere ggz doen er dus zeker goed aan zich te verdiepen en te scholen in risicotaxatie en -management.’

__________________________________________________________________________________________________________________

Meer informatie over het scholingsaanbod van de Forensische Academie >