Weerzien

1 november 2018
 

Hedda van 't Land

In deze blog gaat Hedda in op het stigma rond psychische problemen. Ze vertelt een persoonlijk verhaal over een vriendin. En stelt de vraag: hoe kunnen we het stigma rond psychische problemen doorbreken?

‘He, hoi, hoe is het met jou?’ las ik een tijdje terug op mijn computerscherm. Een LinkedIn-berichtje van een vriendin van vroeger, dertig jaar geleden. Mijn herinneringen aan haar: ze was rustig, introvert, vriendelijk, hielp graag anderen. Na wat berichtjes over en weer, spraken we af in een café bij het Vondelpark.
 
We haalden herinneringen op aan vroeger. Ze vertelde hoe haar leven was verlopen. Ze had een moeilijke tijd achter de rug. Haar man was overleden. Ze praatte veel, snel en was druk. Ook zag ze er dunner uit dan ik me haar herinnerde. Maar alarmbellen gingen er niet bij mij af. Ook niet toen ik na die afspraak om de haverklap appjes van haar ontving. Ze had immers een moeilijke tijd achter de rug, was mijn rationale.
 
We spraken nog eens af op een terras op een warme zomeravond. Nu vertelde ze over de problemen op haar werk. Weer sprak ze veel en snel. Wat er precies lastig was op haar werk, werd mij niet duidelijk. Een heldere analyse ontbrak. Had ik toen iets moeten vermoeden? Miste ik iets? Kon ze eigenlijk nog wel helder denken? Of toen ze vertelde dat haar kind zich zorgen maakte over haar nu ze alleen was, dat ze zich misschien iets zou aandoen? ‘Nee, zeker niet. Dat zou ik nooit doen’, verzekerde ze mij.  En ik geloofde haar.
 
Niet lang daarna stapte ze uit het leven. Het bericht kwam keihard aan en liet me niet los. Was ik tekort geschoten als psycholoog? Ik maakte een afspraak met een goede vriendin van haar. Zij vertelde dat mijn vriendin al geruime tijd behandeld werd voor een stemmingsstoornis. Ze stond op het punt opgenomen te worden, maar dat wilde ze per se niet. En dat gebeurde dus ook niet.
 
Met verdriet denk ik terug aan de paar gesprekken die ik met haar had. Zeker vielen mij zaken op als ik met haar sprak, maar telkens meende ik hiervoor een logische verklaring te hebben. Maar de vraag, waarom ze mij niet vertelde dat ze behandeld werd voor een stemmingsstoornis, liet me niet los. Wilde ze niet in een hokje geplaatst worden? Dacht ze dat ik als psycholoog zo zou redeneren? Vreesde ze afwijzing? Waarom heb ik haar niet meer kunnen bijstaan?
 
Er wordt in onze samenleving niet open over psychische problemen gepraat. Ik zou zo graag zien dat we elkaar vertellen welke gevolgen een psychische aandoening kan hebben, dat we niet bang zijn elkaar onze kwetsbaarheid te tonen. Dat zou zoveel onnodig leed kunnen voorkomen. Laten we het belang onderstrepen van te delen en te kunnen zijn wie je bent, en dat je je zeker niet hoeft te schamen als je in een ‘psychisch hokje’ ben gestopt. Ik hoop dat mijn verhaal hieraan een bijdrage kan leveren.
 

Naschrift

Uit onderzoek blijkt dat het merendeel van de mensen met een psychische aandoening vooroordelen of discriminatie ervaart. Terwijl het hebben van een psychische stoornis eigenlijk best ‘normaal’ is: liefst 42,7% van alle mensen in Nederland heeft ooit in het leven last (gehad) van een psychische aandoening. Uit onderzoek blijkt eveneens dat mensen met een stemmingsstoornis een verhoogde kans op suïcide hebben. Heb je een vraag of maak je je zorgen om iemand anders die aan zelfmoord denkt? Bezoek dan 113.nl.

Vanuit de overheid is er veel aandacht voor stigma. Staatssecretaris Paul Blokhuis was woensdag 31 oktober aanwezig bij een congres van Samen Sterk Zonder Stigma. 'De overheid heeft een taak om stigma bespreekbaar te maken.' Lees het gesprek van Paul Blokhuis met een ervaringsdeskundige. 

 

Hedda van 't Land