Veelgestelde vragen over de Critically Appraised Topic (CAT) binnen de PT-opleiding

Een van de onderdelen van de opleiding tot Psychotherapeut is het toepassen van de CAT-methode op een van jouw casussen. Op deze pagina lees je de antwoorden op de meest gestelde vragen over dit onderdeel van jouw opleiding.

Als je na het lezen van deze FAQ nog vragen hebt, neem dan voor V&O contact op met de hoofdopleider Sjoerd Colijn: s.colijn@rinogroep.nl, voor K&J met Charlotte Oele: charlotteoele@gmail.com

Bekijk deze video waarin Sjoerd Colijn kort uitlegt wat de CAT is en waarom dit zo belangrijk is binnen het vakgebied van psychotherapie.
Bekijk deze video waarin de toetsdocent Yvette Edelaar, kort uitlegt wie ze is en waar zij op let tijdens het nakijken van het CAT-verslag.
 

De ‘Critically Appraised Topic’ (CAT) is een methodiek waarmee een antwoord kan worden gevonden op klinische vragen over interventies en behandelingen aan de hand van wetenschappelijke literatuur. Op een gestructureerde manier beschrijf je een klinische situatie, stel je een onderzoeksvraag op, zoek je bijpassende literatuur, beoordeel je de gevonden informatie, trek je conclusies en vertaal je je bevindingen naar de praktijksituatie.

Het doel van de CAT is wetenschappelijk onderzoek in de dagelijkse praktijk integreren. Het stimuleert tot een onderzoekende houding en het gebruik van (recente) literatuur.

De opleiding tot psychotherapeut bouwt als postmaster opleiding voort op de academische kennis en vaardigheden zoals die in een universitaire studie aan de orde zijn geweest. Als psychotherapeut moet je terug kunnen grijpen op actuele wetenschappelijke kennis bij complexe cliëntsituaties. Centrale vraag hierbij is: Hoe kunnen we de wetenschap gebruiken om klinisch beter voor onze patiënten te zorgen en beter te behandelen?

De CAT binnen de PT-opleiding helpt bij het ontwikkelen, bijhouden en uitbreiden van de vaardigheid om een klinische vraag te beantwoorden op basis van het opzoeken en beoordelen van relevante literatuur.  

De volgende competenties van competentiegebied 4 Kennis en Wetenschap worden getoetst:
4.1   De psychotherapeut beoordeelt de kwaliteit en betekenis van wetenschappelijke publicaties op het eigen vakgebied.
4.3   De psychotherapeut bevordert verbreding, verspreiding en ontwikkeling van wetenschappelijke kennis.
4.4   De psychotherapeut streeft naar het optimaliseren van de eigen kennis en kunde.
 
Met het uitvoeren van de CAT wordt getoetst in hoeverre je deze competenties beheerst.

In de opleiding tot psychotherapeut wordt in het bijzonder geleerd om de CAT te benutten als een van de informatiebronnen bij indicatiestelling van complexe casuïstiek, waar de richtlijnen niet direct uitkomst bieden.


De CAT-methode bestaat uit de volgende stappen:

















Wat is het CAT-verslag?

Het CAT-verslag is een toets en wordt electief beoordeeld aan de hand van een beoordelingsformulier. Het CAT-verslag bevat de schriftelijke weergave van de uitgevoerde CAT-methode. Het is de systematische samenvatting van de specifieke klinische vraag naar de werkzaamheid van onderdelen van een behandeling, de resultaten van enkele relevante wetenschappelijke studies, jouw conclusies en de vertaling naar de praktijk.

Ja, dat kan. In overleg met je praktijkinstelling spreek je dit verder af en hoe en wanneer je dit doet. Let wel: het CAT-verslag moet vóór de uiterste inleverdatum in Onderwijsportaal staan. Uitstel omdat het referaat later in de tijd plaatsvindt, is niet mogelijk.

Alle stappen van de CAT-methode beschrijf je in het CAT-verslag:

  1. Beschrijf de klinische situatie (concrete patiënt uit je eigen behandelpraktijk) die aanleiding gaf voor het toepassen van de CAT-methode en de bijbehorende vraag in PICO-termen. Beschrijf je overwegingen waarom je voor de gekozen patiënt twee verschillende interventies wil vergelijken.
  2. Beschrijf hoe en waar je naar literatuur hebt gezocht en welke literatuur je hebt gevonden.
  3. Beschrijf welk literatuur je geselecteerd hebt op basis van relevantie, validiteit en toepasbaarheid.
  4. Vermeld de gevonden literatuur volgens de APA-richtlijnen.
  5. Vat elk van de geselecteerde artikelen kort samen door aan te geven welke populaties zijn onderzocht, welke interventies zijn uitgetest en welke effecten zijn gevonden.
  6. Formuleer een korte samenvatting van de bevindingen en een schrijf een conclusie waarin je antwoord geeft op jouw onderzoeksvraag. Reflecteer daarnaast of de theorie bruikbaar is voor jouw casus en benoem de beperkingen van de gebruikte onderzoeken.
  7. Vertaal de uitkomsten naar je eigen klinische praktijk door antwoord te geven op de vragen: Lijken de patiënten uit de onderzoeken die ik heb bekeken op mijn eigen patiënt? Wat zal mijn patiënt vinden van mijn bevindingen? Welke concrete adviezen leid ik af uit mijn bevindingen?

  • 750 tot maximaal 1.000 woorden, inclusief referenties
  • vermeld het totaal aantal woorden aan het einde van je verslag
  • inleveren als Word-document

Je levert het verslag in via Onderwijsportaal. De uiterste inleverdatum staat in Onderwijsportaal bij het onderdeel ‘Toetsen en opdrachten’.

Yvette Edelaar is de toetsdocent. Bekijk deze video waarin ze kort uitlegt wie ze is en waar zij op let tijdens het nakijken van het CAT-verslag.

Het kan dan voorkomen dat je geen RCT kunt vinden. Dit hoeft geen probleem te zijn. Geef een heldere beschrijving van je zoekactie. Uit je beschrijving moet blijken dat je op de juiste manier gezocht hebt naar literatuur. Om de twee behandelingen toch enigszins met elkaar te vergelijken beschrijf je voor elke behandelmethode een effectiviteitsstudie. Let op dat de focus ligt op de interventie.
 

De kern van de CAT is vergelijkend effectiviteitsonderzoek. Je moet binnen de casus op zoek gaan naar 2 behandelingen die je kunt vergelijken. Dit zijn de Interventie en de Controle conditie. Deze twee wil je vergelijken binnen een bepaalde Populatie. De populatie bepaal je aan de hand van de kenmerken van je cliënt. Denk daarbij aan leeftijd en diagnose. Tot slot bepaal je de Outcome. Wat wil je met de behandeling bereiken? Welke klachten moeten verminderen? Nadat je deze 4 onderdelen van de PICO hebt bepaald voeg je dit samen tot een vraag zoals in de handleiding beschreven staat. Je kunt waarschijnlijk niet alles uit de klinische situatie meenemen, dat is niet erg. Het is belangrijk dat je de kern van het probleem onderzoekt met de CAT. Let op dat je een vergelijking maakt tussen twee behandelingen. Het kan ook zijn dat je een behandeling vergelijkt die op een bepaald aspect aangepast is, denk hierbij aan online versus face-to-face, wel of geen zelfonthulling, geslacht van de behandelaar etc.
 

Nee. Open vragen zoals: Wat is de effectiviteit van behandeling X?; Werkt behandeling x bij doelgroep y? of Hoe kan ik behandeling x inzetten?. Zijn niet geschikt om met de CAT uit te werken. Met de CAT vergelijk je de effectiviteit van twee behandelingen op een systematische manier. Met behulp van deze gestructureerde analyse kun je bepalen wat de voorkeursbehandeling is voor je cliënt.
 

Je kunt met de CAT in plaats van behandelingen ook populaties met elkaar vergelijken. De kern van de CAT blijft vergelijkend effectiviteitsonderzoek. Dus ook hier gaat het om een vergelijking. Je vergelijkt de populatie waar je cliënt toe behoort met de populatie waarin de behandeling vaak wordt ingezet. De populatie van de cliënt is in de PICO de interventie, de populatie waarin de behandeling vaak wordt ingezet de Controle conditie. De behandeling die je wilt onderzoeken wordt nu opgenomen als de populatie. De outcome blijft gelijk. Bijvoorbeeld: Geeft depressiebehandeling bij ouderen met dementie een vergelijkbare vermindering in somberheidsklachten als depressiebehandeling bij ouderen met depressie.