Give me a Break!

26 juni 2017
 

Petra Schaftenaar

Hoofdopleider forensische psychiatrie

Petra Schaftenaar blogt over hoe je vakantie kunt 'organiseren' in een instelling... Maak kennis met de 'breakweek'!

Na mijn eindexamen medio jaren tachtig wilde ik iets heel anders. Niet studeren, maar een jaartje erop uit, naar het buitenland. Ik kreeg een map van mijn mentor vol ideeën voor vrijwilligerswerk. Mijn oog viel op een folder waarin ‘community service volunteers’ werden gevraagd in Engeland. Dat leek mij wel wat. Zo kon ik mijn steentje bijdragen aan de maatschappij! Na een poosje kreeg ik bericht: ik kon als vrijwilliger aan de slag in de St. Vincent’s School, een internaat voor meisjes in St. Leonards-on-sea in East-Sussex.

Als ‘member of the care staff’ was ik verantwoordelijk voor het dagelijkse reilen en zeilen van een groep van 10 uit huis geplaatste meisjes, in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Katy was één van de meisjes in mijn groep. Ze was 12 jaar. Zij vertelde mij over het gezin waarin ze was opgegroeid en over voorvallen die ze had meegemaakt. Dingen die een kind niet moet zien of meemaken. Zo was ze getuige geweest van heftige ruzies, geweld, alcoholproblematiek, ze was verwaarloosd. Paula was helaas geen uitzondering in mijn groep.

Volgens de huidige definitie in de Wet op de Jeugdzorg was er in Paula’s geval sprake van ‘kindermishandeling’. Zonder therapie, emotionele begeleiding of hulp werd ze bij de nonnen geplaatst. En die nonnen voedden met harde hand op en waren soms ronduit denigrerend. Eén voorval blijft mij altijd bij. Paula kreeg per post eens een zelfgebreide muts van haar moeder. De vreugde straalde van Paula’s gezicht en ze zette de muts trots op. Sister Maria’s reactie “Take the hat off. You look silly” was een klap in haar gezicht. Het maakte voor haar niet uit dat ik zei dat de muts wel mooi stond. Ze heeft de muts nooit meer opgezet.

Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat kinderen die thuis de vreselijkste dingen hebben meegemaakt, ooit op deze manier opgevangen werden? Alleen in de context van maatschappij en cultuur kan dit enigszins begrepen worden. Vroeger stond bij ‘kindermishandeling’ - ook in Nederland - vooral het belang van de maatschappij centraal en niet zozeer het kind. Heersende idee was dat de maatschappij beschermd moest worden tegen wantoestanden in een gezin; verondersteld werd dat een verwaarloosd of mishandeld kind gemakkelijk in crimineel gedrag zou kunnen vervallen. Iemand die nooit de orde van een “normaal” gezin heeft ervaren, moest met harde hand ‘heropgevoed’ worden, was het idee. Vanuit deze zienswijze werden kinderen - zoals Katy - in internaten en tuchthuizen geplaatst.

Katy is nu 46 jaar. Ze stuurde mij onlangs via Facebook een vriendschapsverzoek. We mailden, keken terug op onze St. Vincents-tijd en wisselden ervaringen uit. Het gaat helaas niet goed met haar. Haar mentale en lichamelijke gezondheid laat te wensen over. Ze is gescheiden, heeft ook in haar eigen relatie huiselijk geweld meegemaakt en is werkeloos. De denigrerende opmerkingen van de nonnen is ze niet vergeten. Ze staan voor altijd in haar ziel gekerfd. Dat de St. Vincent’s School in St. Leonards-on-sea inmiddels is gesloten en dat het gebouw met de grond gelijk is gemaakt, is voor haar een schrale troost, maar maken haar herinneringen niet minder pijnlijk.

Mishandelde kinderen vangen we tegenwoordig gelukkig niet meer zo op. Als westerse samenleving hebben we belangrijke stappen in de goede richting gezet en we blijven continu verbeteren.

Samen met onze docenten zet de RINO Groep zich dagelijks in om professionals zo optimaal mogelijk te begeleiden door actuele inzichten te delen en handvatten aan te reiken hoe kindermishandeling te voorkomen, te signaleren en te behandelen.  Ik ben dankbaar dat de RINO Groep hieraan een bijdrage kan leveren.

 

Petra Schaftenaar

Hoofdopleider forensische psychiatrie