Ik weet beter waarom ik doe wat ik doe en kan dat ook beter uitleggen

Interview met Deelnemer gedragstherapeutisch medewerker Iris Spann

1 december 2016
 

Deelnemer gedragstherapeutisch medewerker Iris Spann

Iris Spann is gezinsbehandelaar en gedragstherapeutisch medewerker bij Karakter in Oosterbeek en volgde de post-hbo opleiding gedragstherapeutisch medewerker.

‘Bij Karakter werk ik met kinderen met een lichte verstandelijke beperking en internaliserende problematiek, over het algemeen angst- of stemmingsstoornissen. Daarbij vervul ik een dubbelfunctie: ik geef de kinderen die bij ons komen training en begeleid de gezinnen waar zij uit komen thuis. Die training, die ik samen met een collega heb opgezet, heeft cognitieve gedragstherapie als rode draad. Omdat wij beter in de vingers wilden krijgen welke interventie je wanneer inzet, kozen we ervoor de post-hbo opleiding gedragstherapeutisch medewerker voor kinderen en jeugdigen te gaan volgen.’

Ervaren wat je vraagt
‘De opleiding is me heel goed bevallen. Ik vond het heel waardevol om het complete cognitief-gedragstherapeutische proces in beeld te krijgen en vooral om het zelf te doorlopen. Samen met een andere deelnemer oefen je de vaardigheden, waarbij je om de beurt cliënt en behandelaar bent. Dan ervaar je hoe moeilijk het kan zijn om je gedachten en gevoelens onder woorden te brengen en wat je als behandelaar van een cliënt vraagt bij cognitieve gedragstherapie. Met veel interventies was ik al bekend, maar ik kan er nu doelgerichter mee werken en bewuster bepalen welke ik wanneer inzet. Ik weet beter waarom ik doe wat ik doe en kan dat ook beter aan anderen uitleggen.’

Uit de praktijk
‘De groep bestond uit mensen van allerlei disciplines en uit allerlei werkomgevingen, van verschillende afdelingen in ziekenhuizen tot uiteenlopende onderdelen van de ggz. In de lesstof zat verweven welke interventies je in welke setting het beste kunt gebruiken en hoe, maar wat het extra interessant maakte was van andere deelnemers te horen hoe dat bij hen in de praktijk gaat. Voor ons was natuurlijk de vertaling naar kinderen met een lichte verstandelijke beperking belangrijk. We kregen daarvoor van de docenten steeds bruikbare tips. Waar je een normaal begaafd kind bijvoorbeeld kunt vragen wat voor gedachten het heeft, krijg je in zo’n situatie van een kind met een LVB gewoon geen antwoord. In de opleiding leerden we onder andere hoe je op een andere manier vragen kunt stellen en hun antwoorden kunt checken.’

Kennis én praktische handvatten
‘Met wat we hebben geleerd, hebben mijn collega en ik de training die we aan de kinderen geven verder kunnen verbeteren. Maar ook in het werken met de gezinnen waar ze uit komen, gebruiken we de vaardigheden die we hebben opgedaan. Daarbij is de overdracht van wat de kinderen leren in de training naar het systeem voor onze doelgroep echt essentieel. Die combinatie - van het behandelen van de kinderen en hun gezinnen én het verbinden van die twee - is ook precies wat mijn functie zo ontzettend leuk maakt. Deze opleiding heeft mij de kennis en de praktische handvatten gegeven om dat nog beter te kunnen doen.’