De klassieke ontwikkelingspsychologie houdt zich al geruime tijd bezig met de bestudering van ontwikkelingsfenomenen die zich voordoen in de ontwikkeling van kinderen en jeugdigen. Daarbij neemt men de volwassenheid als eindstadium. Fasentheorieën gaan ervan uit dat de ene fase logischerwijs voortbouwt op de kennis, inzichten en vaardigheden die in een vorige fase verworven zijn. Meer en meer ontstaat het inzicht dat de volwassenheid als stabiele eindfase een theoretische, maar zeker geen reële eindfase is en dat de ontwikkeling van de ene mens in vergelijking met de andere meer verschilt dan overeenkomt.
Binnen de levenslooppsychologie wordt elke levensfase geplaatst en bestudeerd vanuit de plek die het heeft binnen de gehele levensloop van een individu. De bril die daarbij opgezet wordt, is er een van een mens die vanaf baby tot graf actief bezig is zijn eigen levensloop te creëren en in elke fase opnieuw zich vaardigheden eigen maakt om dat te realiseren.
De volgende onderwerpen komen aan de orde:
- De ontwikkeling van het begrip ontwikkeling
- De ongrijpbare psyche en theorieën daarover
- De prenatale periode en de geboorte
- Baby's en peuters
- De kleuterperiode
- Het schoolgaande kind
- De puber en adolescent
- De jongvolwassene
- De geboorte van het ouderschap
- Het lege nest: de oudere volwassene
- Overlijden en alleen achterblijven, verlies.