DSM-5 voor forensisch rapporteurs  (D1747)

Inschrijven is niet meer mogelijk

Gemiddelde beoordeling > 8
Topdocenten uit de praktijk
CEDEO- / CRKBO-erkend
Mail mij bij nieuwe datumVoeg toe aan wensenlijst
Als forensisch rapporteur moet je de DSM-5 kunnen hanteren, ondanks dat deze niet ontworpen is voor de forensische praktijk. In deze cursus leer je omgaan met de knelpunten bij de classificatie. Je ontdekt hoe je de DSM-5 gebruikt voor heldere diagnostiek en voor duidelijke adviezen over de toerekeningsvatbaarheid van verdachten.
 
  • Inhoud

    Net als de DSM-IV is de DSM-5 niet ontworpen voor het vaststellen van stoornissen in een forensische context. Het handboek waarschuwt dan ook expliciet voor gebruik in het forensische veld. Desalniettemin zijn forensisch rapporteurs per 1 januari 2017 verplicht de classificatie van stoornissen bij verdachten vorm te geven in termen van DSM-5.
    Over de veranderde opzet van DSM-5 bestaat veel verwarring, met name over de ‘dimensionele’ kwaliteit van het systeem en de nieuwe ‘ernstmaten’ die deels gebaseerd zijn op meetinstrumenten waarvan de wetenschappelijke betrouwbaarheid en validiteit nog niet zijn aangetoond.
     
    In deze cursus wordt gebruik gemaakt van blended learning: een combinatie van digitaal leren en klassikale bijeenkomsten die elkaar versterkt.

    Wat kun je verwachten?

    De DSM-5 stelt forensisch rapporteurs voor specifieke uitdagingen. Doordat in het nieuwe systeem het begrip ‘psychische stoornis’ voor het eerst formeel is losgekoppeld van de mate van disfunctioneren, levert het nieuwe systeem de volgende mogelijkheden op:

    • De verdachte voldoet aan de criteria voor een stoornis, en deze criteria zijn dermate ‘ernstig’ aanwezig dat ze zorg behoeven.
    • De verdachte voldoet aan de criteria voor een stoornis, maar deze criteria zijn niet ‘ernstig’ genoeg om al dan niet gedwongen zorg aan te bevelen.
    • De verdachte voldoet niet aan voldoende criteria om van een specifieke stoornis te kunnen spreken, maar de criteria waar de verdachte wel aan voldoet zijn dermate ‘ernstig’ aanwezig dat al dan niet gedwongen zorg aanbevolen moet worden.
    • De verdachte voldoet niet aan voldoende criteria om van een specifieke stoornis te kunnen spreken, en deze criteria zijn ook niet zo ‘ernstig’ aanwezig dat ze zorg behoeven.
     
    Opties 2 en 3 zijn soms lastig uit te leggen en te verdedigen tegenover de rechter, alsmede de verdachte zelf. De toevoeging van de opties ‘ongespecificeerde’ en ‘andere gespecificeerde’ bij iedere stoorniscategorie maakt de communicatie met de rechtbank er eveneens niet eenvoudiger op. Aan de hand van zelfingebrachte en voor deze vraagstellingen relevante casussen wordt besproken hoe met de DSM-5 zowel heldere diagnostiek als een eenduidig advies omtrent de toerekeningsvatbaarheid kan worden gerealiseerd.
     
    Onderdeel van deze cursus is een E-learning module die op een aantal onderdelen aanvullend en verrijkend is op de lesdag.

    Wat leer je?

    Bestaande kennis over het systeem van de DSM-5 wordt bestendigd en verdiept en algemene knelpunten in de classificatie worden besproken. Je leert hoe met de DSM-5 zowel heldere diagnostiek als een eenduidig advies omtrent de toerekeningsvatbaarheid van verdachten kan worden gerealiseerd.

    Werkwijze

    De cursus wordt ondersteund met een digitale leeromgeving. Zo heb je altijd toegang tot het lesrooster, digitale literatuur en contact met mededeelnemers en docenten.  Wil je gezamenlijk met je hele team deze cursus volgen? Dat kan! Deze cursus kan op verzoek incompany in jouw organisatie gegeven worden.

  • Datum
    Lesdata

    Omvang

    1 woensdag van 10.00 - 17.00 uur

    Datum

    13 september 2017

    Locatie

    Utrecht
  • Accreditatie
    Accreditatie

    Beroepsregistratie

    Naast het geaccrediteerde klassikale gedeelte is de DSM-5 e-learning module onderdeel van deze cursus. De toegekende punten voor de e-learning vind je op www.rinogroep.nl/E1801

    Certificaat

    Je ontvangt een certificaat indien je minimaal 90% aanwezig bent geweest en de cursus met goed gevolg hebt afgerond.

  • Doelgroep
    Doelgroep

    • Gz-psycholoog BIG
    • Psychiater

  • Docenten
    drs. Pleun van Vliet

    drs. Pleun van Vliet

    Pleun van Vliet is GZ-psycholoog en supervisor. Zij werkte 20 jaar als universitair docent diagnostiek en persoonlijkheidstheorie bij de UvA en 7 jaar bij het Willem Pompe Instituut van de UU als universitair docent forensische psychologie. Daarnaast werkte zij de afgelopen 25 jaar als diagnosticus bij Arkin (destijds RIAGG), het AMC, het Nederlands Psychoanalytisch Instituut en het Pieter Baan Centrum, en vanuit de eigen praktijk voor diagnostiek (sinds 2000). De afgelopen 5 jaar heeft zij zich actief gericht op diagnostiek van en bij hoogbegaafdheid. Van 2014-2016 was zij als National Supervisory Psychologist bij Mensa Nederland verantwoordelijk voor de toelatingstest en het toelatingsbeleid van de vereniging.Lees meer
  • Literatuur
  • Reviews
    Reviews