‘Er is niet zoiets als “de cgt”: we hebben het over een brede waaier aan therapieën en interventies. Daarin onderscheiden we inmiddels drie generaties: de eerste draaide vooral om het beïnvloeden van gedrag, de tweede om cognitieve therapie, en de derde om hoe de cliënt zich verhoudt tot zijn klachten. De drie sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan. Op dit moment zie je een aantal verschuivingen in het vak: de scheiding tussen lichaam en geest verdwijnt, het strikt stoornisgericht protocollair werken wordt wat verlaten voor het transdiagnostische, en er is meer aandacht voor de therapeutische relatie. Voor mij zijn die ontwikkelingen een plus, want ze passen helemaal bij mijn visie op behandelen.’
Cognitieve gedragstherapie is voor mij een kapstok voor zélf nadenken
Interview met Guido Machielsen, klinisch psycholoog, psychotherapeut en docent cognitieve gedragstherapie
19 april 2017
Al jaren is cognitieve gedragstherapie (cgt) een van de meest gebruikte psychotherapeutische referentiekaders in de ggz. De RINO Groep biedt de basis cursus ‘blended’ aan: een combinatie van face-to-face en online leren. Lees hier het interview met Guido Machielsen.
Welke ontwikkelingen zie je momenteel in de cgt?
Waarom is cgt zo populair?
‘Het is een praktische, doelgerichte manier van werken die kijkt naar het effect en veel aanknopingspunten geeft voor kortdurend werken. Bovendien is cgt toepasbaar in alle sectoren en met alle doelgroepen, omdat het gebaseerd is op universele leerprincipes. Cgt komt voort uit een onderzoekstraditie - ook de therapieprotocollen volgen de stappen van de empirische cyclus - en staat dan ook bekend om haar vele bewezen effectieve behandelmethoden. Maar denk niet dat dat laatste alleen geldt voor de cgt, hoor. In het algemeen wordt er in de ggz veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar diagnostiek en behandeling - wij doen daarin niet onder voor de somatische zorg.’
Wat spreekt jou zelf het meest aan in cgt?
‘Voor mij biedt de cgt een heldere structuur, een kapstok voor mijn handelen. De protocollen zie ik daarin niet als een keurslijf dat je klakkeloos moet uitvoeren, maar als een houvast: je moet altijd zelf blijven nadenken en aanpassingen doen als je die kunt beargumenteren. Dat geef ik ook aan mijn cursisten mee: gebruik de theorie naar de geest, niet naar de letter.’
De 70-uurs verdiepingsmodule van de basiscursus cgt van de RINO Groep is ‘blended’. Waar ben je het meest enthousiast over?
‘De cursisten kunnen thuis video’s bekijken waarin docenten zaken demonstreren. Daardoor spelen we in de bijeenkomsten tijd vrij om met de groep te oefenen. Gek genoeg bestaan die video’s op ons vakgebied bijna niet, dus die maken we zelf. Daarnaast vind ik de inzet van Skype voor groepsopdrachten en de online spreekuren interessant. Bij de ontwikkeling werken we nauw samen met beroepsvereniging VGCt, zodat de accreditatie vlot kan verlopen en wij snel aan de slag kunnen.’